background
Reboot - Pioneering Digital Art - Nieuw Instituut. Fotografie: Pieter Kers
Interview Nu te zien

Blog

17-04-24

In gesprek met de curatoren Sanneke Huisman en Klaas Kuitenbrouwer

Ontmoet de co-curatoren van de tentoonstelling REBOOT. Baanbrekende Digitale Kunst
t/m 12 mei te zien in Nieuwe Instituut, Rotterdam

NRC: "Een fascinerende reis door de geschiedenis van digitale en mediakunst" ****

Auteur Mascha Ihwe

In maart sprak ik Sanneke Huisman (LI-MA) en Klaas Kuitenbrouwer (Nieuwe Instituut) over hun gemeenschappelijk gecureerde tentoonstelling die sinds de opening op 7 oktober 2023 door rond 30.000 mensen is bezocht. Vanwege dit grote succes werd de tentoonstelling verlengd t/m 12 mei 2024.

Mascha Ihwe (MI) Wat was de motivatie van LI-MA en Nieuwe Instituut om deze tentoonstelling samen te maken?

Sanneke Huisman (SH) Voor mij begon het al in 2017 toen LI-MA samen met experts uit het veld het project van de Digitale Canon van Nederland is gestart omdat we vonden dat digitale kunst te weinig getoond wordt, vooral binnen museale omgevingen, met het gevaar dat veel digitale kunstwerken niet worden bewaard – en dus in de vergetelheid raken. Met ‘van Nederland’ bedoelen we op Nederlandse bodem gemaakt, dus ook internationale kunstenaars die hier gewerkt hebben. In 2019 hebben we de website Digital Canon www.digitalcanon.nl gelanceerd met 20 werken en hun documentatie die tussen 1960 en 2000 zijn ontstaan, met de wens om hier ook een tentoonstelling van te maken - en hier komen Klaas en Nieuwe Instituut in beeld.

Klaas Kuitenbrouwer (KK) Voordat ik bij Nieuwe Instituut (NI) werkte zat ik bij Virtueel Platform, het sector Instituut voor digitale culturen, waardoor ik dus veel van de makers en de geschiedenis van deze kunstvorm kende. In 2013 ging Virtueel Platform door in Het Nieuwe Instituut, samen met het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) en Premsela, het Nederlands Instituut voor Design en Mode. In de beginperiode van NI hebben we ons vooral op onze ontwikkeling als interdisciplinair instituut gericht. Nadat we dit proces hadden doorlopen waren we er weer aan toe om terug te kijken naar de kennisgebieden van de verschillende disciplines die we in huis hadden.

Op het moment dat LI-MA ons polste over een eventuele tentoonstelling, lag er al de ambitie dat er een archief voor digitale cultuur moest komen, een project waarin we met LI-MA en vele andere partijen samenwerken.  We zijn het nationaal archief van architectuur en stedenbouw - één van de grootse archieven in de wereld is op dit gebied - en zoiets bestaat er niet voor digitale cultuur in Nederland. Dat was een belangrijke motivatie.

Mouchette - Martine Neddam. Fotografie: Pieter Kers

Lees tip Digital Care Het geheugen van digitale kunst en cultuur
LINK

MI Hoe hebben jullie het artistieke concept van de tentoonstelling ontwikkeld ?

KK Sanneke en ik zijn samen door de lijst met werken van de Digitale Canon gegaan – en één van de eerste dingen die we samen hebben besloten was, dat we geen historische overzichtstentoonstelling wilden maken. Hiermee creëer je afstand en zet je mogelijk de relevantie voor het heden tussen haakjes. Ons motto tijdens deze conceptuele ontwikkeling was, dat de artistieke intuïtie van toen de grote techno-maatschappelijke vraag van nu is – en daar staan we nog steeds achter.

De reden waarom de werken canoniek genoemd kunnen worden is omdat ze als eerste mogelijkheden aanduiden, die later heel dominante werkelijkheden zijn geworden.Wij zijn dus gaan onderzoeken wat de werken nu lijken te zeggen – vanuit het perspectief van het hedendaags publiek, dat grotendeels is opgegroeid in een met digitale media verzadigde omgeving.
Aan dit proces hebben we een lijst aan mogelijke thema’s ontleend waarmee we uiteindelijk tot vier thematische verhaallijnen zijn gekomen.

SH Dit is een goed moment om deze verhaallijnen uit de tentoonstelling voor te stellen. Als eerste is dat On the internet, nobody knows you’re a dog*. Deze gaat over online identiteit en de ontwikkeling hiervan gedurende de afgelopen decennia. In REBOOT zitten werken uit de jaren ’90, toen kunstenaars voor het eerst de mogelijkheden van online identiteiten verkenden. Ze creëerden vaak een persona, met een eigen achtergrond, en leefwereld. Dat was toen een bevrijding. In lijn met feministen en cyberfeministen verkenden ze de mogelijkheid om (gender)identiteit los te zien van het biologische lichaam. Het was een speelveld, waarop je blijkbaar grenzeloos kon onderzoeken wat je binnen dit nieuwe medium kon doen.

Mooie voorbeelden hiervoor zijn de werken van Martine Nedam, Mouchette.org, of the_living van Debra Solomon of Nara Zoyd / La Zoyds Pataverse van Yvonnne le Grand. Hier worden karakters gecreëerd die via nieuwe telecommunicatienetwerken in contact treden met het publiek. Dat was heel nieuw in de tijd, zo gebruikte Debra Solomon het allereerste chatprogramma met live videobeeld.

Yvonne Le Grand - Nara Zoyd / La Zoyd’s Pataverse. Fotografie: Pieter Kers

KK Tegenwoordig is bijna iedereen vertrouwd met het hebben van een online identiteit. Waar het vroeger bevrijdend kon voelen dat lichaam en identiteit niet samen hoefden te vallen is dit nu helemaal gedraaid. Op een bepaald niveau is de vrijheid niet verminderd, en kun je je bijvoorbeeld als roze knuffelbeer identificeren en dit alter ego veilig binnen een community uitleven. Tegelijkertijd is er ook iets heel normerends gaande. Het is geen toeval dat er op Instagram veel meisjes op een celebrity als Kim Kardashian lijken…

SH … het gaat er in het nu dus om hoe die bevrijding eigenlijk een soort keurslijf is geworden. Je hebt een online identiteit die je continu moet onderhouden omdat deze eigenlijk zichtbaarder is dan je fysieke persoon in de wereld. Het is een ingewikkeld speelveld geworden, ook door de gecommercialiseerde platformen waarop dat plaatsvindt.

KK Dit is typerend voor de vier verhaallijnen. Ze hebben een historische kant, die nog steeds relevant is maar waar het spanningsveld vaak helemaal omgedraaid is.
De tweede verhaallijn heet Computer says maybe.. Hier staat het samenwerken met digitale systemen centraal. De computer wordt ervaren als één van de eerste machines die zelf gedrag kan vertonen. Die niet alleen doet wat hem opgedragen wordt maar die kan reageren op bepaalde omstandigheden. Die  eigen keuzes kan maken uit beschikbare opties, wat geen een machine daarvoor kon. The Senster – van Edward Ihnatowicz, uit 1960, is een mooi voorbeeld hiervan. Tot dat moment waren alle robots mechanisch, ze hadden puur voorgeschreven gedrag maar dit is letterlijk de eerste digitale, interactieve robot die enigszins kan reageren op wat er om hem heen gebeurt.

Dus een Computer die maybe  zegt, zegt  niet ‘nee’ of ‘ja’ maar ‘nou, wie weet, ik zal eens kijken wat ik hiermee kan’. Deze verhaallijn gaat over de allereerste kunstenaars die programma’s schreven, waarmee ze de indeling van een vlak helpen vormgeven (het werk van P. Struycken) tot en met AI en de situatie van nu. Waarin er bijna geen beslissing meer is, die de mens kan maken zonder dat er niet ook ergens een computer van pas komt. Soms op een volledig onzichtbare en soms op een expliciete manier. Besluitvorming en creatieprocessen zijn compleet verweven met digitale technologieën.

SH De verhouding verandert dus steeds, maar er lopen ook rode draden door zoals bijvoorbeeld de relatie tot auteurschap. Je ziet dat deze discussie met ieder nieuw medium dat intrede doet in de samenleving weer oplaait. Als je nu werk met AI maakt, ben je dan (nog) een kunstenaar? In de tijd van de fotografie, van de videocamera of het algoritme was dat ook niet anders. De vraag ‘wie is nou de maker van het werk’ stelt zich iedere keer weer.
We wilden geen ‘dystopie versus utopie’-verhaal vertellen, maar verkennen hoe de thema’s zich door de tijd heen ontwikkelen, soms groter worden en soms juist kleiner.

Edward Ihnatowicz - The Senster. Fotografie: Pieter Kers

SH Het derde thema is What isn’t the matrix ?

KK (lachend) Als die vraag nog te beantwoorden is…

SH Deze verhaallijn gaat over systeemkritiek. Hierbij hoort werk van kunstenaars die de geboorte van het internet hebben beleefd. Zoals bijvoorbeeld JODI (kunstenaarsduo bestaande uit Joan Heemskerk & Dirk Paesmans) twee klassiek geschoolde kunstenaars die met videokunst en sculptuur werken en met hun esthetische kunstenaarsbril het functioneren en de structuur ontleden.
Zij en andere kunstenaars en makers uit die tijd gebruikte het internet vanaf de begindagen als artistiek instrument en zagen erin een nieuw, democratisch medium. Maar zij waren tegelijkertijd ook kritisch en onderzochten de eventuele negatieve effecten op maatschappelijk niveau. De aard van de kritiek is over de decennia heen veranderd; ook omdat de mogelijkheden om actief in te grijpen in steeds verder gecommercialiseerd technologisch landschap bijna nihil zijn.

KK In de begindagen gold het internet nog als een utopie, als een plek van basis-democratische toegang tot informatie voor iedereen, access for all. Het was een alternatief voor de patriarchale maatschappij én een alternatief voor machtsconcentratie. Dit contrasteert met de realiteit van het huidige internet en haar dystopische, uitputtende werkelijkheden van het ‘altijd-aan’ surveillance-kapitalisme, van onbetrouwbare AI’s en algoritmische vooringenomenheid. Zo is het internet een plek geworden van tot nu toe ongekende vormen van machtsconcentratie.
Waarbij je je dus de vraag kan stellen of er daadwerkelijk nog een leven is buiten de matrix ?

SH De vierde verhaallijn is Do androids dream.

MI Waar komen de titels van de verhaallijnen eigenlijk vandaan?

KK De titels zijn oude memes**, verwijzingen naar slogans, of titels die in de geschiedenis van de computer en het internet een bepaalde issue vertegenwoordigen.

SH Do androids dream gaat over de esthetiek van de computer – en dan kijken we er vanuit twee perspectieven naar. Enerzijds is er met de komst van de computer een nieuwe esthetiek geboren en anderzijds hebben kunstenaars en techneuten een rol gespeeld in hoe een computer de wereld leest en hoe het fysieke apparaat vorm gegeven werd.

KK Het is zowel gezicht geven aan wat de nieuwe technologie kan maar ook letterlijk gezicht geven: hoe laten we de computer de wereld duiden? Een derde kant is van wat mensen dan weer leren van hoe de computers de wereld zien...

SH …nu laat de computer ons met andere ogen naar de wereld kijken. Deze dynamiek willen wij met deze verhaallijn aan de orde stellen.

KK De werken vallen trouwens vaak in verschillende verhaallijnen, die door de tentoonstelling heenlopen als metrolijnen. We wilden de werken niet labelen maar de bezoeker laten zien waar het werk vandaan komt en welke verhalen we ermee kunnen vertellen.

wwwwwwwww.jodi.org - JODI. Fotografie: Pieters Kers

MI Kunnen jullie delen waarom jullie de titel REBOOT. hebben gekozen?

KK De vraag is of we bij het terugblikken naar de oude periode, ideeën en praktijken kunnen terugvinden die we kunnen inzetten bij de verdere ontwikkeling van digitale cultuur. Het gaat niet om de vraag of we het digitale tijdperk kunnen ontsnappen, het is eigenlijk heel pragmatisch: wat is rebooten? Rebooten is letterlijk de stekker uit de machine trekken en er weer instoppen. Je zou ook terug kunnen naar de winkelsettings, maar dat lukt niet meer, die zijn nu anders, de machine uit en aan zetten is ook geen optie …

SH …het is een herstart met behoud van oude waardes.

KK Er zijn actueel een aantal praktijken die nu vorm beginnen te krijgen, die echt teruggrijpen op oude technologieën maar ook de do-it-yourself mentaliteit, die verdwenen leek sinds de opkomst van Facebook en web 2.0. Er zijn ook echt belangrijke nieuwe vragen die zich aan de digitale cultuur opdringen zoals de klimaatcrisis. Is het echt nodig ieder jaar weer nieuwe hardware en processors te produceren en dus energie en grondstoffen te gebruiken? De meeste mensen kunnen 4K amper onderscheiden van 2K, laat staan 8K! Dus moeten we deze ontwikkelingen wel willen? Als je dit soort vragen serieus gaat nemen, waar kom je dan bij uit? Het grappige is, dat je dan vanzelf uitkomt bij technieken en mentaliteiten uit het verleden.

We hebben in dit proces ook een paar gedachten-draden gevonden die serieus vorm zouden kunnen geven aan een soort van reboot.

SH Die reboot zit ook in de negen opdrachten die we hebben verstrekt. Er zijn in de tentoonstelling namelijk twintig  sleutelwerken te zien uit de periode tussen 1960 en 2000 en negen werken in opdracht, die makers van nu hebben gemaakt in 2023. Ook hier gaat het om internationale kunstenaars die in Nederland wonen en werken. We hebben voor deze opdrachten de digitale cultuur in de breedste zin van het woord omarmd. Er is ook werk van spoken-word kunstenaars en dansers te zien, makers die dus niet letterlijk met digitale middelen werken.

We wilden werken vanuit het idee dat digitale cultuur alomtegenwoordig is geworden en in alle culturele praktijken zit verweven, op de een of andere manier. Je bent namelijk niet pas met digitale cultuur bezig als je enkel en alleen met de computer werkt.
We hebben makers van uiteenlopende disciplines gevraagd om ieder op één van de twintig sleutelwerken te reageren. Soms is dit een inhoudelijke spiegel, een antwoord of een voortzetting. Ze zijn allen in dialoog getreden met de bestaande historische werken om te bekijken wat ze vandaag de dag betekenen.

Zo zit bijvoorbeeld het begrip van reboot heel erg besloten in het werk Recharge van Dries Depoorter. Hij reageert op het internetwerk clickclub van Peter Luining uit de jaren ‘90. Een werk uit de begintijd van het internet, waar je als gebruiker door random content heen blijft klikken en ook niet stopt. Luining voorzag met zijn werk eigenlijk al de clickbait economie, hij voorvoelde de relatie van de mens met de computer als aandacht-zuigende machine.

KK Hij liet eigenlijk het internet Rabbit Hole zien voordat het bestond…

SH Depoorter heeft op dit werk gereageerd met een luie stoel waar de bezoeker op kan gaan liggen met een oplaad-functie voor je telefoon, die enkel werkt als je je ogen gesloten hebt.

KK Op dit punt deel ik nog graag dat de tentoonstelling ook erg zintuigelijk is. Wat we tot nu toe gedeeld hebben kan misschien best abstract overkomen - maar in de tentoonstelling zie je grote en intense beelden en sculpturen, beleef je geluidseffecten en ontdek je lieve en angstaanjagende robots.

Dries Depoorter - Recharge. Fotografie: Pieter Kers

REBOOT. Baanbrekende digitale Kunst is t/m 12 mei te zien in Nieuw Instituut, Rotterdam. Info, tijden en tickets via deze LINK.

MI Waarom mag je deze tentoonstelling niet missen?

KK Het is de eerste grote museale tentoonstelling van digitale kunst in Nederland. Bij de opening voelde je dat. Er waren mensen van alle generaties van de digitale kunst aanwezig – van nieuwe studenten tot makers van het eerste uur, critici en mensen die de hele ontwikkeling gevolgd hebben. De mensen, die de geschiedenis vormgegeven hebben leven grotendeels nog. Dat is anders dan bij vele andere kunstvormen en dat vind ik heel bijzonder.

SH Ja, er staat hier een geschiedenis die ook met de makers samen is geschreven. We hebben met veel makers intensief samengewerkt, dus je voelt dat het historische waarde heeft maar ook dat die heel erg bruist, heel levend is, dat maakt de tentoonstelling heel spannend.

MI Kun je helemaal onvoorbereid de tentoonstelling instappen, ook als je geen voorkennis hebt van de digitale cultuur?

KK Ja absoluut! Je kan het gewoon over je heen laten komen, het beleven – en als je wilt kun je natuurlijk ook de hand-out lezen waarin de verhaallijnen zijn beschreven.

SH Als ik een tip zou geven dan die om goed te plannen wanneer je gaat. Sommige werken staan namelijk op gezette tijden aan, zodat je hun individuele zeggenschap optimaal kan ervaren. De tijden staan op de site van NI.

EINDE van het gesprek

Plan je bezoek & koop je ticket
Via de site van Nieuwe Instituut.

Digital Care Als verdiepende randprogrammering van REBOOT. organiseert LI-MA een serie gesprekken over de presentatie en het behoud van digitale kunst. Het laatste gesprek in deze reeks Digital Care: Spatial Sounds vindt plaats op 12 mei 2024 in Nieuwe Instituut. Meer info & tickets HIER.

///

* On the Internet, nobody knows you're a dog is een spreuk over anonimiteit op het internet. De spreuk is afkomstig uit een gelijknamige cartoon van Peter Steiner, die op 5 juli 1993 voor het eerst verscheen in de krant The New Yorker. https://nl.wikipedia.org/wiki/On_the_Internet,_nobody_knows_you're_a_dog

**UItleg over wat een meme is vind je o.a hier:  https://nl.wikipedia.org/wiki/Internetmeme